Mislukte bedrijfsoverdrachten kosten jaarlijks tienduizenden banen en miljarden euro’s. Bijzonder lector Bedrijfsoverdracht en Innovatie, dr. Lex van Teeffelen, toonde dat aan. ‘Doodzonde!’ vindt hij. Van Teeffelen zorgt voor veel publiciteit over zijn onderzoek en weet daarbij door te dringen tot het ministerie van Economische Zaken. Hij wil afstudeerders van de HU stimuleren om bestaande mkb-bedrijven over te nemen.
Lex van Teeffelen’De overheid en de Kamer van Koophandel bieden traditioneel veel ondersteuning aan startende bedrijven. Het is tijd om die focus te verschuiven naar de overnemers van bestaande bedrijven’, vindt Lex van Teeffelen. “Door het opheffen van gezonde bedrijven (20.000 per jaar) en mislukte bedrijfsoverdrachten (jaarlijks zo’n 10.000) verdwijnen ieder jaar 80.000 banen. Bedrijven leiden een omzetderving tot 4 miljard euro. Als je de schade voor toeleveranciers meerekent, kom je zelfs uit op meer dan het dubbele.” Deze cijfers volgen uit onderzoek dat het lectoraat samen met de Kamer van Koophandel Nederland uitvoerde. Het kreeg veel publiciteit. Sowieso duikt het onderwerp bedrijfsoverdracht steeds vaker op in de pers.
Heeft die aandacht iets te maken met het lectoraat van Van Teeffelen, waarmee hij in april 2012 officieel begon?
“Ik doe al tien jaar onderzoek naar dit onderwerp, vooral naar de succes- en faalfactoren van bedrijfsoverdrachten en de ontwikkelingen van bedrijven na overname. Samen met de KvK lever ik steeds zwaardere onderzoeksrapporten op. Sinds mijn promotie aan Nyenrode Business Universiteit en mijn aanstelling als bijzonder lector is de aandacht voor bedrijfsoverdracht in een stroomversnelling gekomen en kan ik de publiciteit echt uitnutten.” Dat lukt. In de vakpers, landelijke radioprogramma’s en actualiteitenprogramma’s op televisie, de naam van Lex van Teeffelen duikt steevast op als het over bedrijfsoverdrachten gaat.
Minister
Effect heeft het wel, al die publiciteit. Minister Kamp van Economische Zaken moest door Kamervragen reageren op het onderzoeksrapport over het grote aantal mislukte overdrachten. Van Teeffelen: “De minister noemde dit een kwestie van ‘natuurlijk verloop’!” Verontwaardigd: “Dat is toch onbegrijpelijk! Stel je voor dat we het aantal mensen dat aan kanker overlijdt zouden beschouwen als natuurlijk verloop. Daar wordt toch ook onderzoek naar gedaan, ondersteuning, behandeling en voorlichting gegeven om sterfte te voorkomen. Ik heb de minister geadviseerd: oormerk eenderde tot de helft van het geld dat aan borgstellingskredieten wordt besteed voor bedrijfsovernames. Ook heb ik gepleit voor een landelijk programma om verkopende en kopende ondernemers te begeleiden. De kennis en ervaring met dit soort programma’s is voorhanden.” Het lijkt erop dat het ministerie van Economische Zaken inmiddels het belang van begeleiding inziet, nu de schade voor de economie zo evident is. Er zijn plannen, waaraan de HU deelneemt, om zo’n landelijk begeleidingsprogramma met behulp van Europese subsidies op te richten.
Minor
Met het onderzoek over bedrijfsoverdrachten voedt Van Teeffelen ook het onderwijs. De minor Bedrijfsovername & Franchising biedt een mooie broedplaats. Studenten bereiden zich met die minor voor op de overname van een bedrijf of een franchise. Van Teeffelen: “We selecteren de studenten voor deze minor zorgvuldig. Zij moeten echt de intentie hebben om in de nabije toekomst een bedrijf over te nemen, en zelfs al wat op het oog hebben. De minor werkt als een professionaliseringsslag voor deze studenten. De studenten doorlopen alle fases bij een overdracht/overname en maken een plan waarin onder andere staat wat ze ná de overname met het bedrijf gaan doen.”
CBW-MITEX, de brancheorganisatie voor ondernemers in de woonbranche, mode, schoenen en sport, ziet het belang van kundige, goed voorbereide bedrijfsovernemers, en sponsort het bijzonder lectoraat en de Kamer van Koophandel Nederland. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, vertelt Van Teeffelen. “Voor veel bedrijven is het moeilijk om een koper te vinden. Daarom gaan wij goedlopende bedrijven die aan de vooravond van opvolging staan, in contact brengen met onze studenten. Die kunnen zich dan eventueel inkopen. Na een voorselectie (door CBW-MITEX en ons) pitchen de verkopende partijen en franchisegevers hun bedrijf of de formule. Studenten die de minor Bedrijfsovername & Franchising hebben gedaan kunnen overwegen hun afstudeerfase te gebruiken om te onderzoeken of een overname of deelneming haalbaar is. Al vijf opleidingen van de Faculteit Economie en Management (FEM) hebben aangegeven akkoord te gaan met deze afstudeerconstructie. Als extra service zullen we de studenten na een werkelijke transactie nog een jaar lang begeleiden, want voor hen begint het pas echt na de ondertekening van een overeenkomst. Op termijn willen we vanuit de faculteit 80 verkopende ondernemers en 40 franchisedeelnemingen per jaar ondersteunen. Voor de branche betekent dit een kans op de instroom van goedopgeleide hbo’ers als nieuwe eigenaren, die anders naar het grootbedrijf waren verdwenen.”
Kwaliteitsslag door onderzoek
Naast onderzoek doen en het curriculum vernieuwen, werkt Lex ook aan het professionaliseren van docenten. “Wil je echt een kwaliteitsslag maken in het onderwijs? Dan moeten hogeschooldocenten meer tijd krijgen voor het doen van onderzoek en projecten voor hun eigen professionalisering en die van studenten, vindt de lector. “Nu worden mijn collega’s bomvol onderwijs gestopt. Ideaal zou zijn: zeventig procent van je tijd voor de klas, en de rest van de tijd werken aan onderzoek en/of projecten. Mensen willen zich ontwikkelen en zijn nieuwsgierig, maar doorontwikkelen kan niet als er te veel en uitsluitend repetitieve onderwijstaken zijn. Ik voorzie dat we voor een enorme verandering staan in het hoger onderwijs. Deze investeringen zijn geen luxe, maar een absolute noodzaak. Je komt er niet meer met een gemiddeld programma. Opleidingen en programma’s zullen onderscheidend moeten zijn en ook voor docenten geldt dat een voldoende of zelfs ruim voldoende niet genoeg meer is. We zullen goed tot zeer goed moeten worden in wat we doen. Anders besluit Den Haag, het CvB of onze eigen faculteitsdirectie om opleidingen samen te voegen of op te heffen. Ik houd liever zelf het initiatief.”